Het Directe Pad: Op zoek naar je essentiële zelf

Vele mensen, eigenlijk iedereen, heeft vragen als:
– Wie ben ik echt
– Wat is de realiteit van de wereld?

Het echte antwoord op deze vragen kan anders zijn dan velen denken.
In onderstaande tekst leidt je naar een bijzondere conclusie:

Je bent je van alles bewust, van alles. Dat is een bijzonder fenomeen, bewustzijn. Waar wetenschappers en medici al moeite hebben om onze gedachten ergens fysiek te lokaliseren is het nog moeilijker, in feite onmogelijk, dat te doen met het fenomeen dat we bewustzijn noemen. We weten niet waar het is, we weten niet wat het is. We weten alleen dat het er is. Dat is een belangrijk gegeven.
Vraag aan iemand: ‘Ben je je bewust?’ dan zal het antwoord onmiddellijk ‘Ja’ zijn. We hoever er zelfs niet over na te denken. Het antwoord komt uit ons diepste weten en is zo vanzelfsprekend dat we er in het dagelijks leven klakkeloos van uit dat er bewustzijn er is. We vragen ons nooit af: ‘Wat dat nou is, bewustzijn? Moeten en kunnen we dat in goede conditie houden?’ 

Je bent je van alles bewust, van alles. Elke gedachte, elke gevoel, elk geluid, elke ervaring die we hebben bestaat bij de gratie van het bewustzijn er van. Sterker nog, zonder bewustzijn is er niets. Niets om te zien, niets om te horen, niets om te ervaren. Nog veel sterker dus, zonder bewustzijn bestaat niets. De stoel waarop je zit, de tafel waaraan je leest, de appel die je eet, de muziek die je hoort en de mensen om je heen zijn er alleen omdat je je ervan bewust bent.

Neem even de tijd om dat in te laten zinken: Alles dat we zijn en ook de wereld in en om ons heen is bewustzijn en niets anders dan dat. Dat lijkt in tegenspraak met de ervaring van de tastbare wereld: Een stoel is toch nog steeds een stoel, ook al ben ik me ervan bewust dat het een stoel is? Ogenschijnlijk lijkt dat zo te zijn maar in realiteit bestaat de stoel alleen bij gratie van het bewustzijn dat de stoel er is. Zonder bewustzijn geen stoel.

Je bent je van alles bewust, van alles. Dat betekent niet dat je alles kunt verklaren of ergens aan toe kunt wijzen. In een gezelschap weet je dat die andere persoon je aandachtig observeert ook al sta je er met je rug naar toe. Er is meer in onze omgeving dat we weten en voelen zonder dat we het met woorden kunnen uitleggen. Dat zijn de momenten waarop we beseffen dat er meer is en dat ons bestaan wellicht anders is dan dat we denken.

Alles dat we zijn, alles dat we zien, alles dat we ervaren is een lokalisatie van of een manifestatie (zoals Rupert Spira het noemt) in het oneindig bewustzijn dat de constante factor is in elke ervaring. Deze manifestatie in bewustzijn kun je je voorstellen als een stroming in de oceaan: Iets met ogenschijnlijke samenhang gemaakt van het spul van het geheel en er niet van los te maken. Een stroming of een golf bijvoorbeeld. Zo ook de manifestatie waarin we ons leven ervaren: Alles is gemaakt van het ‘spul’ dat Bewustzijn is.

Ons besef van de manifestatie is er wanneer de manifestatie (let wel: helemaal bestaand uit bewustzijn) een vorm heeft waarin ogenschijnlijk een object en een waarnemer te onderscheiden zijn. Als waarnemer hebben we het besef van het object. Alleen al door de benoeming als zodanig hebben we het niet meer over alles maar hebben we het over iets; een verdichting van Bewustzijn. 

Die verdichting waar wij als mensen in leven is een uitdrukking van manifestatie van bewustzijn. Het is er eentje waarin we in onze waarneming en ervaring begrensd lijken te zijn tot een beperkt aantal dimensies: de drie-dimensionale ruimte. Alles dat we benoemen en verwoorden is op de één of andere manier gekoppeld aan die ruimtelijkheid; dat zijn de concepten waarmee we de personen en dingen in ons leven definiëren. Omdat we meer instanties van de manifestatie menen waar te nemen hebben we er het concept tijd aan toegevoegd. Hier ligt de basis voor de zoektocht naar het ontstaan van alles, de big bang: We hebben het idee dat er een startmoment of startsituatie moet zijn geweest. We gaan daarbij volledig voorbij aan wat we weten: alles is Bewustzijn. 
De wijze en mate waarin we de verdichting beleven is voor ons uniek maar reeds bestaand in Oneindig Bewustzijn. Er bestaan ongetwijfeld ook andere manifestaties in andere ‘vormen’ en bewegingen waar we ons geen voorstelling van kunnen maken alleen maar omdat ‘onze’ manifestatie gekenmerkt wordt door het beperkte aantal dimensies. 

Je bent je van alles bewust, van alles. Onze mind, ons denken is het verdichte proces van Bewustzijn waarin we de concepten vormgeven en waarin we de wereld ervaren. So far, so good: niets mis met het pure ervaren van de manifestatie die we onze wereld noemen (in het besef dat alles Bewustzijn is). Als de manifestatie er niet is dan is er geen mind. Vergelijk het met diepe slaap, dan ben je echt even van de wereld. Mind is een activiteit van bewustzijn waarmee de gemanifesteerde wereld wordt ervaren.

Je bent je van alles bewust, van alles. Door mind is er ook het besef van manifestatie, van de waarnemer en het object, van ervaringen, van gedachten en van gevoelens. Er is het idee van dualiteit in manifestatie: er zijn meerdere dingen waarop de aandacht gevestigd kan worden of die aandacht vragen. Het besef dat alles één bewustzijn is is dan naar de achtergrond geraakt. De hoeveelheid concepten die we definiëren om manifestatie te beschrijven en te duiden zal per definitie tekort schieten om de totale verbintenis met Oneindig Bewustzijn vorm te geven. 

Die dualiteit roept vragen op in mind. Vragen hoe één en ander te rijmen valt. Waarom de dingen zijn zoals ze zijn….etc. Met de conceptualisatie van de manifestatie komt ook de karakteristiek van scheiding der dingen en dus dualiteit mee. Dat levert een voortdurende vraag op voor méér concepten om die scheiding te verklaren. Het weten dat die scheiding een verklaring heeft en niet onderzocht hoeft te worden is op dat moment vergeten.

Je bent je van alles bewust, van alles. Je mind heeft een idee van de scheiding der dingen in manifestatie en zoekt daarvoor een plausibele verklaring. Die wordt niet gevonden in méér objectieve concepten: we kunnen gedachten niet echt fysiek ergens plaatsen en bewustzijn al helemaal niet. Zo geldt dat ook voor andere zaken die we ervaren. Dat is het punt waarop mind conventies introduceert: voor wat we niet kunnen verklaren maken we een aanname hoe de wereld in elkaar zit zodat we weer even verder kunnen. Ooit was de aanname dat de wereld plat is…..

Die aannames hebben als bij-effect dat we ergens diep weten dat er iets niet klopt; we kunnen de wereld en onszelf niet helemaal begrijpen en ook niet verklaren uit de concepten en conventies die onze mind bedenkt. We voelen een afgescheidenheid van Bewustzijn maar hebben niet het inzicht om daar terug te keren. We zijn de ogenschijnlijke scheiding tussen waarnemer en object gaan geloven als ‘realiteit’ en zoeken nu antwoorden in de verkeerde richting: buiten ons, in wat we denken dat de wereld is. 
Dat is, zwak uitgedrukt, vervelend en maakt angstig omdat we niet meer alles kunnen verklaren. Het onbevredigende gevoel dat daaruit voorkomt is de basis onder ons ‘lijden’. De één gaat bij angst in een hoekje zitten en maakt zich onzichtbaar ‘tot het gevoel over is’. Een ander gaat bezig om de ‘buitenwereld’ voor zijn of haar misère verantwoordelijk te maken en deinst er niet voor terug om met geweld het geluksgevoel af te dwingen. 

De gevoelde, maar niet begrepen, afgescheidenheid van Bewustzijn wordt met gedrag in de verkeerde richting gecompenseerd. Dat leidt tot conditionering van kinds af aan: zó doen we dingen wél en zó doen we dingen nièt. Eigenlijk bestaat de conditionering uit het aanleren van de drie C’s: het aanvaarden van de concepten, het overnemen van de conventies en het conformeren naar de gedragsregels omdat het anders (te) onaangenaam wordt in de de onderlinge interactie. 

In dat hele spel wordt het ego gevormd. Om je staande te houden in het krachtenveld is het van belang om jezelf te identificeren en te weten wie je bent in de duale wereld. Daarmee kun je begrijpen aan welke concepten, conventies en conformiteiten je je te houden hebt. 
Zodra de identificaties en het ego er zijn, is de afgescheidenheid van Bewustzijn compleet. 
Dat kan leiden tot een leven lang zoeken naar geluk in de buitenwereld, in mooie dingen, een fijne relatie of een hoge maatschappelijke positie. In wezen is het niets meer dan een onbeholpen zoektocht naar het geluksgevoel dat je ooit als je ware Zelf hebt ervaren. 
Er is nu een versluiering van je echte Zelf door de drie C’s en we zijn niet (genoeg) getraind om daar door heen te kijken. 
Toch is de weg naar Jezelf er nog steeds en veel directer dan je verwacht! 

Stel jezelf de vragen: 
– Wie ben ik echt? 
– Wat is de echte realiteit van deze wereld? en 
– Wat is de echte natuur van mezelf en de wereld? 
Je aandacht zal naar binnen keren en daar het enige echte antwoord vinden: 
Ik ben Bewustzijn, welkom!